Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen


In een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant vragen twee dochters als bewindvoerders over het vermogen van hun vader een machtiging aan de kantonrechter. De taak van de kantonrechter is namelijk om de belangen van de rechthebbende (hier de vader) te beschermen. 

Zij vragen de rechter om namens hun vader, die tot enig erfgenaam van hun moeder is benoemd, de nalatenschap van hun moeder mogen verwerpen. Hiermee willen zij voorkomen dat vader van moeder erft en zijn vermogen, en daarmee zijn eigen bijdrage voor de AWBZ-zorg, zal stijgen.

De belangen die een bewindvoerder (in dit geval de dochters) behoort te behartigen houden niet in dat zij ervoor moeten zorgen dat de vader een lagere zorgbijdrage moet betalen. Om die reden wijst de kantonrechter zulke verzoeken meestal af. De gedachte hierachter is dat de kantonrechter anders zijn medewerking verleent aan het belemmeren van de werking van een wettelijke regeling. 

De dochters willen in dit geval een vergroting van het vermogen voorkomen, en niet het vermogen van hun vader verkleinen. Omdat gebleken is dat de verzorging van hun vader niet in gevaar is en voldoende is bewezen dat vader en moeder wilden voorkomen dat hun vermogen zou worden besteed aan zorg, wijst de kantonrechter de aanvraag toe.

Hij verleent dus een machtiging aan de dochters om de erfenis van hun moeder in naam van hun vader af te wijzen.

Een erflater mag gebruik maken van de wettelijke mogelijkheden. Een schenking aan kinderen gedurende het leven vermindert voor die kinderen de erfbelasting zodra er geërfd wordt. Wie een erfenis verwerpt, voorkomt dat zijn bijdrage voor de AWBZ stijgt. 

Zie ook de Checklist Scheiden bij Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (bron: www.wsnp.rvr.org)

© Meldpunt mediation 2021